Ga naar de inhoud

Route en ligplaatsen

Hieronder volgen enkele tips voor het varen op het wad naar Vlieland.

Vertrektijden

Vaste vertrektijden zijn niet te geven omdat die afhangen van het schip, windsterkte en windrichting. Snelle schepen met goede wind hebben 2 uur nodig, langzame schepen met de verkeerde wind hebben soms wel 8 uur nodig. De afstand is ongeveer 20 mijl en de stroom is rond de 2-4 knopen. Een gemiddelde snelheid van 7 knopen is dus goed mogelijk.

Vanuit Harlingen is het handig om met laagwater aan te komen bij Vlieland. Je hebt dan geen last van een sterke tegenstroom in de Vliesloot en de stroom zal niet sterk zijn bij het invaren van de haven. Dat betekent een vertrek van ongeveer 2 uur na HW Harlingen.

Vanuit Vlieland naar Harlingen kan het handig zijn om vlak voor laag water van Vlieland te vertrekken. Je hebt dan stroom mee in de Vliesloot maar in de Vliestroom heb je nog een uur stroom tegen. Als je 2 uur na LW Vlieland vertrekt heb je sterke stroom tegen in de Vliesloot maar al snel stroom mee als je na de VS4 richting Terschelling vaart. Afhankelijk van de wind en je schip kan je deze afweging maken.

Platbodems kunnen de route via het Franse Gaatje nemen; de maximale diepgang is dan rond 1 meter. Je moet dan ongeveer 2 uur voor HW Vlieland vertrekken. Dat kan betekenen dat je bij Pollendam stroom tegen krijgt maar in de Boontjes wel weer mee.

De gele boeien
Tussen Harlingen en Vlieland liggen op 3 plekken rijen gele boeien:

  • evenwijdig aan de Pollendam bij Harlingen aan de groene zijde van de vaargeul
  • na de Pollendam aan de rode zijde van de vaargeul
  • in de Blauwe Slenk ten zuidwesten van Griend aan de rode zijde van de vaargeul

Pleziervaart wordt geacht zoveel mogelijk van deze “fietspaden” gebruik te maken. Vooral de geul naast de Pollendam is erg smal als de veerboten elkaar passeren. De gele boeien volgen geven je ook een kortere route omdat je een paar bochten kan afsnijden.

Marifoonkanalen
Als je een marifoon aan boord hebt, is uitluisteren verplicht. De haven van Harlingen is kanaal 11, de Waddenzee kanaal 10, de Brandaris kanaal 2 en havendienst Vlieland kanaal 12. De Brandaris verkeerscentrale regelt het verkeer op de Vliestroom (begint ten westen van Griend, zie het blokgebied op de kaart bij boei BS4A) tot aan de haveningang van Vlieland.

Aanloop haven Vlieland
De stroom voor de haven van Vlieland kan sterk zijn. Als je met hoogwater uit Harlingen vertrekt kom je meestal aan met een sterke afgaande stroom; de stroom loopt dan vanaf het dorp langs de haven richting Noordzee. Deze stroom veroorzaakt een zogenaamde neer, een tegenstroom of kolk.
De neer staat voor de haveningang; onderstaande tekening (afbeelding 1) geeft dit schematisch weer.

Afbeelding 1

Bij het binnenvaren vanaf de boei VS14, die tegenover de haven ligt, kom je dus eerst in de hoofdstroom die je naar rechts zet en vervolgens in de neer die je naar links zet (afbeelding 2). De hoofdstroom is sterker en je moet die compenseren door schuin aan te komen. Zorg ervoor dat je de haveningang zoveel mogelijk “open” vaart en dit vasthoudt. Vlak voor het binnenvaren kom je in de neer die je naar links zet, het is daarom verstandig om de rechterhelft van de ingang aan te houden; daarmee heb je extra ruimte en tijd om te reageren op de neer.
De meeste schepen die een fout maken raken de palen aan de linkerkant omdat ze het midden van de ingang aanhouden.

Afbeelding 2

Een alternatief voor het aanlopen bij afgaand tij, is het naderen van de haveningang onder een hoek van 45 graden (afbeelding 3). Dit is ongeveer vanaf boei VS12. Je vaart dan door water dat de laatste 30 meter voor de ingang veel minder stroming heeft. Dit is doordat de hoofdstroom en de neer elkaar min of meer opheffen. Je herkent dit door goed naar het wateroppervlak te kijken. Als de boeg met langzame snelheid tussen de palen is, kun je gas geven en indraaien. Ook hier moet je de rechterkant aanhouden.

Afbeelding 3

Bij opkomend tij is er geen neer en is het invaren eenvoudiger voor de pleziervaart. Voor grote schepen kan het juist moeilijker worden. Bij westenwind is het goed mogelijk om vanuit het oosten de haven te benaderen. De wind en de stroom kunnen elkaar dan min of meer opheffen en het is goed mogelijk om heel langzaam de havenmond te naderen. Met oostenwind of weinig wind is het mogelijk om je langzaam door de stroom te laten verzetten totdat je recht voor de haveningang ligt. Beheersing van je schip is belangrijk en als je in staat bent om je schip vrijwel stil te leggen bij de haveningang worden de risico’s veel kleiner. De eerste 3 uren van de vloed kan het binnenvaren van grote schepen extra moeilijk maken. Het is dan raadzaam om te wachten tot de sterke vloedstroom minder is geworden.

Bij het aanvaren van de haveningang vanaf de VS14 zal het opkomende tij je naar links zetten dus ook dan is het aanhouden van de rechter helft van de ingang aan te raden. Grote schepen kunnen stroom mee rustig de haven aanvaren en de achterkant weg laten zetten zo gauw de kop tussen de palen is.

Hoe langer je schip, hoe complexer het invaren wordt; de boeg van het schip zit al tussen de palen terwijl de achterkant nog vol in de stroom zit. Probeer vooral niet om met veel snelheid binnen te varen en zorg ervoor dat het voordek leeg is. Er is geen enkele reden om mensen (zowel passagiers, bemanning als ook de maat) op het voordek te hebben. Als havendienst houden we dat ook goed in de gaten. Afbrekende kluiverbomen hebben al geregeld tot gevaarlijke situaties geleidt. Het aanvaren van een meerpaal geeft een behoorlijke klap en mensen die niet zitten kunnen gewond raken. Als je schade veroorzaakt aan de meerpalen, meld je dan in het havenkantoor. We kunnen dan samen de camerabeelden bekijken. Bovenstaande is een algemeen advies. De schipper is uiteraard altijd verantwoordelijk en elk schip is weer anders.

Mocht je het binnenvaren moeilijk vinden, wacht dan gewoon tot de stroom afgenomen is.

Tot slot: elk schip is anders, de stroom en de wind zijn elke keer anders. Analyseer daarom goed de situatie en breek je nadering af als je niet alles volledig onder controle hebt. Bovenstaande geven de tips op hoofdlijnen maar elke goede schipper zal de eigen afweging moeten maken.

Ligplaatsen

Reserveren van een ligplaats is niet mogelijk. Wél kunt u zich informeren of er plaats is voor uw boot via het Melding-Informatie Systeem: waddenhavens.nl

Bij de haven van Vlieland dient beroepsvaart zich te melden op kanaal 12 (havendienst Vlieland); voor pleziervaart is dit niet nodig maar uitluisteren is wel gewenst. Als u de haven binnenvaart wordt u door één van de havenmeesters een ligplaats toegewezen. In het andere geval kunt u zelf een plaats zoeken. (Er is géén meldsteiger). Op de palen van de steigers kunt u de lengtes aflezen.

Indien op de haveningang dubbel rode vlaggen hangen mag u de haven zonder toestemming niet invaren.


Diepte haven: 3,80 NAP, voorbij steiger H in het motorboten vak is dit 3,40 NAP.

Zeiljachten van ca. 13 meter:steiger C  
Zeiljachten van ca. 12 meter:steiger D 
Zeiljachten van ca. 11 meter:steiger E 
Zeiljachten van ca. 10 meter:steiger F en G  
Zeiljachten van  6 – 9 meter:steiger H oneven
Motorboten tot 10 m:steiger H even
Motorboten 10 – 12 m:steiger I
Motorboten 14 m of langer:steiger J, L en K
Zeiljachten 14 meter of langer:steiger L en K
Steiger L heet ook wel het dokje. De voorhaven heeft een lange kant (voor het havenkantoor) van ongeveer 100 meter en een korte kant van ongeveer 60 meter.